De minister stuurt de brief als antwoord op Kamervragen over de begroting van het ministerie van VWS voor 2018. In de OECD-database zijn voor het Verenigd Koninkrijk cijfers te vinden over 2014 en voor Nederland over 2015. Daaruit blijkt dat een Britse patiënt gemiddeld twee keer zo lang moet wachten op bepaalde operaties als een Nederlandse patiënt. Zo besloeg de wachttijd voor een heupvervanging in het Verenigd Koninkrijk in 2014 gemiddeld 91 dagen, terwijl dit in Nederland in 2015 zo’n 40 dagen was.
Twee keer zo lang wachten
Ook voor een knieoperatie moeten Britten langer wachten: bijna 96 dagen in 2014. In Nederland wachtte een patiënt in 2015 iets minder dan 41 dagen. Voor cataractoperaties zijn de wachttijden in beide landen korter. In Nederland wachtte een patiënt hier in 2015 iets meer dan 39 dagen op, patiënten in het Verenigd Koninkrijk wachtten 72 dagen.
Uitgaven curatieve zorg
In de brief geeft minister Schippers ook inzicht in de uitgaven aan zorg. Zo blijkt uit cijfers van de OECD dat Nederland wat uitgaven aan de curatieve zorg betreft in de middenmoot valt ten opzichte van twaalf andere Europese landen. In 2015 gaf Nederland 5,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) uit aan de curatieve zorg. Het land dat het hoogste percentage van het bbp uitgaf aan deze zorg was Zwitserland, met 6,2 procent. Spanje, België, Italië en Luxemburg geven minder aan curatieve zorg uit dan Nederland.
Uitgaven aan langdurige zorg
De uitgaven aan langdurige zorg zijn in Nederland daarentegen hoger dan in andere landen. Nederland geeft 2,6 procent van het bbp uit aan langdurige zorg, alleen in Zweden ligt dat met 2,9 procent hoger. Maar, schrijft minister Schippers, het is lastig om de uitgaven aan langdurige zorg internationaal te meten, omdat die vaak op decentraal niveau is belegd. ‘Daarbij moet tevens gemeld worden dat de meest recente cijfers het jaar 2015 betreffen. Dat was net na de hervormingen van de langdurige zorg. In het kader van die hervorming is geschoven tussen de verschillende kaders, waardoor er een breuk in de date heeft plaatsgevonden voor Nederland.’